Het werd mooi aangeprezen: ’Practice leader’ voor managers.
Het uit Engeland afkomstige ‘Practice Leader’ zou dé oplossing zijn voor managers die teams aansturen die met probleemgedrag werken.
Wat ik niet begreep was dat kennelijk naar het buitenland moest worden uitgeweken voor een ‘best practice’
Een grote zorgorganisatie waar ik zelf vele jaren heb mogen werken werkt al sinds jaar en dag succesvol met zogenaamde meewerkende teamleiders.
Organisaties geven hoog op als het gaat om zelfsturing en zelforganisatie maar in de praktijk loopt dit veelal door elkaar. Uiteraard bedacht vanuit de beste bedoelingen maar op de werkvloer onherkenbaar geworden.
Enkele voorbeelden die vooral bijdragen aan onduidelijkheid:
Teamcoaches zonder lijnbevoegdheid.
Teams die geen eigen roosters maken.
Staf zonder behandelverantwoordelijkheid.
Disciplines die roepen dat ze niet van de inhoud zijn.
Leiders die alleen als ‘extra’ handen en ogen op de vloer meedoen.
Leiders die een kantoorbaan hebben gecreëerd.
Zelforganisatie zonder zelf je rooster te kunnen maken klinkt gek.
Niet-zelfsturend zijn maar het in de praktijk wel zelf moeten regelen klinkt eveneens tegenstrijdig.
De ‘practice leader’ is wat mij betreft oude wijn in nieuwe zakken.
We kennen allemaal de voorbeelden:
De meewerkend voorman, de geneesheerdirecteur, hoofdonderwijzer, brandweercommandant etc. Allemaal meewerkende leiders direct uit het vak afkomstig.
Kenmerken van de meewerkende leider:
-Weet wat er op de vloer speelt doordat hij of zij er zelf actief onderdeel van is.
-Een sterke visie en ambitie in je organisatie als houvast.
-Ruime vakinhoudelijke kennis.
-Werkt met cliënten en collega's.
-Steunt, stuurt aan en coacht.
Zelfsturing en of zelforganisatie?
De meewerkende leider heeft samen met het team de mogelijkheid te organiseren en sturen op zowel de kwaliteit van ondersteuning voor cliënten als het realiseren en zorgdragen voor een prettig werkklimaat.
Ik zou het niet ingewikkelder maken.
GA HET DOEN!!!
Comments